Bedwantsen kunnen het leven van mensen die ermee geplaagd worden, behoorlijk zuur maken. Ontdek hoe preventief in te grijpen tijdens huisbezoeken om de verspreiding van deze plaag bij andere klanten en bij uzelf te vermijden. U verneemt er alles over in onze nieuwe infofiche.
Cimex lectularius et hemipterus, beter bekend als bedwantsen, zijn parasitaire insecten die zich vooral voeden met menselijk bloed. Zoals hun naam het al zegt, zijn ze vaak te vinden in slaapkamers: beddenhoofden, matrasnaden, beddenkader, spreien en kussens zijn hun favoriete schuilplek.
Hoe bedwantsen herkennen?
Bedwantsen zijn meestal tussen 4 en 5 millimeter lang. Ze hebben een ovaal, plat lijf dat lichtbruin tot roodbruin is. Ze kunnen niet springen of vliegen, maar ze kunnen wel enkele meters afleggen of zich verplaatsen via voorwerpen (kledij, bagage, meubelen…). Hun geur is vrij kenmerkend en doet denken aan rotte frambozen of aan schimmel bij een grote plaag.
Het best gebeurt de inspectie heel vroeg ‘s morgens wanneer de bedwantsen nog niet de tijd hebben gehad om terug te keren naar hun schuilplekken, of laat ‘s avonds wanneer ze erop uit trekken. Het kan moeilijk zijn om ze te vinden gezien hun beperkte afmetingen en het gemak waarmee ze zich verbergen in kleine ruimten.
Bedwantsen: symptomen van een plaag
De eerste aanwijzing van een plaag zijn de beten die er hetzelfde uitzien als muggenbeten. Het zijn er drie of vier, soms mooi op een rij, en ze zijn vaak te vinden op de ontblote delen van het lichaam (gezicht, handen, armen, benen…). Ze brengen geen ziekten over maar kunnen stevige jeuk en allergische reacties, zoals netelroos, teweegbrengen.
Preventie bij huisbezoeken
Dient u beschermende kledij te voorzien? Hoe een klant met een plaag adviseren? Hoe materiaal behandelen dat in contact is gekomen met bedwantsen? Vind het antwoord op deze preventievragen in onze nieuwe infofiche “Bescherming tegen bedwantsen voor thuishulp”.