In de onderneming gaat het om alle activiteiten die een blootstelling aan biologische agentia betreffen of kunnen teweegbrengen.
Volgens de Sumer-enquête (Surveillance médicale des expositions des salariés aux risques professionnels, Frankrijk) van 2017 geeft 19,3 % van de werknemers aan blootgesteld te zijn aan minstens één biologisch risico in het kader van hun activiteit tijdens de week die voorafging aan de enquête.
Met het oog op preventie wordt een onderscheid gemaakt tussen activiteiten met de opzettelijke intentie om met een biologische agens te werken (bv. laboratorium voor celcultuur) en activiteiten zonder opzettelijke intentie om met zo’n agens te werken maar die kunnen leiden tot de blootstelling van werknemers (bv. voedingsindustrie, persoonsgebonden dienstverlening, enz.).
Om zulke risico’s te voorkomen op de werkplek is een globale aanpak noodzakelijk in samenwerking met de arbeidsarts en de preventieadviseur arbeidshygiëne en met volgende stappen:
- Identificatie en analyse van de risico’s die gepaard gaan met mogelijk aanwezige biologische agentia,
- Hulp bij het kiezen van maatregelen en voorstellen tot verbetering van de arbeidsomstandigheden,
- Opleiding van de werknemers afhankelijk van hun activiteit.
